theorie en praktijk

Theorie en praktijk; botsende werelden

Een van de meest voorkomende frustraties waar ik regelmatig mee geconfronteerd wordt, is het verschil in een theoretische benadering en de echte praktijk. Theorie en praktijk lijken immers heel vaak twee verschillende werelden. Of, anders gezegd, de clash tussen interpretatie en realiteit.

Sta me toe even duidelijk te maken waar het over gaat. U spreekt bijvoorbeeld met uw baas over uw workload.  U legt geduldig uit wat u moet verzetten op een dag.  Uw chef antwoordt vervolgens; ‘dat is toch allemaal geautomatiseerd, dat duurt maximaal tien seconden’.

En daar staat u dan, alle argumenten en realiteit ten spijt.  In theorie (de perceptie van uw chef) klopt het natuurlijk wat hij of zij zegt.  In praktijk komt er echter heel wat meer bij kijken, maar dat is moeilijk onder woorden te brengen.  Ik noem het vaak de ‘huisvrouw paradox’.  Er wordt altijd heel wat werk verzet, maar niemand ziet het of erkent de inspanningen. Theorie en praktijk, botsende werelden!

Nog een voorbeeld van theorie en praktijk

Een ander voorbeeld; u krijgt een project toegestopt.  Voor uzelf begint u dan uit te kijken wie en wat u nodig heeft.  U begint natuurlijk onmiddellijk plannen te maken en een pad uit te tekenen.  Wanneer u hier vervolgens met anderen over begint te spreken, merkt u al snel dat zowat iedereen met goede raad komt, zijn eigen opinie wil toevoegen en zijn eigen visie wil geven.

Leuk, maar u zal ook merken dat u met al die adviezen weinig kan aanvangen.  Van sommige adviezen kan u misschien iets meenemen, maar de overgrote meerderheid is naast de kwestie, hoe goed bedoeld het ook is.  De perceptie van anderen, die iets op basis van enkele zinnen uitleg moeten beoordelen, is zelden die van iemand die er midden in staat. De botsing tussen theorie en praktijk.

leuks gaan Of nog een voorbeeld.  U wil iets opstarten.  Een fuif, een familiefeest, een zaak…  Vooraf maakt u tal van plannen.  Wanneer u echter begint aan wat u gepland heeft, merkt u al snel dat u voor totaal andere, vaak onverwachte uitdagingen zal komen te staan.  Theorie en praktijk!

Verwachtingen

Deze voorbeelden, en alle anderen die u zelf kan ervaren of bedenken, maken een ding duidelijk, de frustratie die dit bijna altijd meebrengt is gegrond in de verwachtingen die andere (of wijzelf) hebben van iets.  De ‘theorie’ stelt zekere verwachtingen voorop. (Bijvoorbeeld, alles is geautomatiseerd, het kost je nauwelijks 10 seconden).  De praktijk ontkracht die verwachtingen vervolgens vrij snel. (Er moet toch nog hier en daar wat handmatig gedaan worden, het systeem werkt te traag, het netwerk valt al eens uit…).

Uiteindelijk is dit een ongenoegen, een frustratie, die we onszelf aandoen. Indien we iets van onszelf verwachten of van anderen, zullen ook onze verwachtingen steeds gekleurd zijn door onze inschatting en die kan onmogelijk rekening houden met wat we niet kunnen voorzien.  De realiteit heeft steeds veel meer in petto dan we kunnen voorzien.

Anderzijds geldt hetzelfde voor zaken die anderen van ons verwachten.  Zij hebben het nog moeilijker om het geheel aan zaken te overwegen.  Vanaf het moment dat we onze ‘opdracht’ identificeren met de verwachtingen van de ander (van onze chef, onze partner, vrienden…), trappen we in die val. Theorie en praktijk komen niet overeen.

Identificatie

Identificatie is steeds uitsluiting, opdeling, oordelend denken.  Wanneer we ons met iets (in dit geval een verwachting van onszelf of een ander) identificeren, zetten we een maatstaf uit, waaraan we onze resultaten dus gaan afmeten.

Dat die maatstaf niet realistisch is, is niet iets waar we ons aan storen.  Omdat de aannames die eraan ten grondslag liggen zelden realistisch zijn, is ook iets wat we niet meenemen in onze overwegingen. Wat we meestal wel meenemen, is dat we de verwachtingen niet kunnen inlossen (frustratie, onvrede…).  Dat is niet enkel een probleem in het moment zelf (we hebben ons eigen falen georganiseerd), maar ook bijzonder hinderlijk voor ons zelfbeeld en ons zelfvertrouwen.  En dat, op zijn beurt, zal ons functioneren en de kwaliteit van ons werk naar beneden halen.

We zullen verwachtingen meer en meer als onrealistisch gaan zien.  Vervolgens zullen we een negatief beeld krijgen van mensen die deze verwachtingen aan ons opleggen. En onvermijdelijk zullen we in conflictsituaties belanden.  Conflicten met onszelf en met anderen. De botsing tussen theorie en praktijk.

Ontsnappen aan de val van theorie en praktijk

Zijn we dan gedoemd om ons te blijven frustreren?  Mensen zullen hun verwachtingen niet bijstellen, en wij zullen niet toegeven dat we iets ‘niet aankunnen’.  Hoe zorgen we er dan voor dat we aan die val kunnen ontsnappen?  Hoe ‘kopen’ we ruimte voor onszelf?  Dat is bijgevolg de kernvraag.

De aanpak is echter niet zo moeilijk.  Maar zoals alles wat nieuw is, zal het pas werken nadat u er vaak genoeg mee aan de slag gaat.  De aanpak zal dan ook moeten werken op twee momenten; wanneer u een verwachting schept (bij uzelf of bij anderen) en wanneer blijkt dat die verwachtingen niet kloppen met de werkelijkheid.

Uw eigen verwachtingen

Wanneer het over uzelf gaat, bestaat de kunst erin om alle verwachtingen los te laten, en uitsluitend naar de feiten te kijken.  Dat lijkt misschien eenvoudig, maar wanneer u het gaat proberen, zal u al snel merken dat het moeilijker is dan u denkt.

Gewoon naar iets kijken, zonder enig oordeel, is dan ook de enige manier om feiten te herkennen.  Alleen werkt ons ‘denken’ ons hierin tegen.  Denk even terug aan wanneer u voor het laatst een taak of project toegewezen kreeg. Onmiddellijk beginnen we dan te denken aan de opties, de mogelijkheden, de kans om onszelf te profileren, de kans om nieuwe dingen te leren en ga maar door. De botsing tussen theorie en praktijk is dan nog ver weg.

Of we zien het tegenovergestelde.  De zaken die we niet kennen, de kansen op falen, de haken en ogen, de negatieve gevolgen van niet gehaalde timings, de zware extra workload.  Maar in beide gevallen maken we de fout van ons te identificeren met de opdracht.  We zien de opdracht dus niet als iets wat voor ons ligt, maar we zien hem in relatie tot onszelf en de gevolgen die het voor ons heeft.

Loslaten van oordelen

Pas wanneer we al die ‘oordelen’ kunnen loslaten, zien we de echte zaken die van ons gevraagd worden, zonder oordeel, zonder toeters of bellen.  Dan komen theorie en praktijk (eventjes) samen en kunnen ze elkaar wat bijsturen. Pas dan kunnen we een effectieve inschatting maken van wat dit zal inhouden.  En dan kunnen we – voor onszelf tenminste – een realistische verwachting scheppen.

Die ‘oordelen’ zijn een natuurlijk normale menselijke reactie.  Maar ze zijn ook datgene wat tussen ons en de realiteit staat.  Ze vormen vervolgens de basis van hoe we er achteraf naar terug kijken.  En dan brengen ze ons in stelling voor de discussies nadien.  Tot slot verzuren ze bijna altijd het werkplezier en zorgen voor een constante druk achteraf.

De verwachtingen van anderen

Om te voorkomen dat theorie en praktijk botsen met elkaar wanneer anderen bepaalde verwachtingen hebben, is het steeds belangrijk om anderen te helpen de volledige impact van de taak of het project te laten kennen.  Probeer hen steeds de raakpunten met andere zaken aan te geven en de complexiteit op een eenvoudige manier voor te stellen.

Doet u dit niet, dan zal u struikelen over het gebrek aan inzicht van anderen.  Ze zullen – net als u en ik– de situatie bijgevolg te eenvoudig gaan zien.  Men zal dan enkel de direct evidente zaken zien.  En vanuit dat perspectief wordt een verwachting rond snelheid en kwaliteit geboren, een verwachting die u in praktijk nooit zal kunnen waarmaken.

Neem dus de tijd om de zaken grondig te bekijken en bespreken.  Doet u dit niet, dan zal u quasi zeker in de botsing tussen theorie en praktijk terechtkomen.  En daar komt u zelden zonder kleerscheuren van af.

Nog vragen? Neem vrijblijvend contact met ons op

Gerelateerde berichten

Eén gedachte over “Theorie en praktijk; botsende werelden

Geef een reactie